Open je internetbrowser en ga naar de Google startpagina.
Klik op inloggen en meldt je aan met je Gmail.
Je ziet aan het rondje of je (al) ingelogd bent.
Ga met de muis en zet het pijltje boven het ronde plaatje met je voorletter of profielfoto. Je kan dan zien met welk Gmail-adres je bent ingelogd.
Als je met een ander Gmail-adres bent ingelogd kun je uitloggen en weer opnieuw inloggen met het juiste adres. Het is daarom belangrijk dat je op een veilige plek je wachtwoorden van je accounts bewaart.
Ga met de muis en klik nu op het plaatje van Google Apps (kleine vierkantjes, 3 bij 3).
Je krijgt een menu te zien met allemaal Google Apps zoals YouTube, Gmail en degene die je nu nodig hebt: Drive. Met Google Drive kan je bestanden in de cloud opslaan. De cloud is een plek op het internet waar je bestanden kan bewaren. Deze bestanden kan je met anderen delen of samen bewerken.
Op je laptop gebruik je al een ander programma om bestanden in de cloud te bewaren, namelijk OneDrive. Dat programma is van Microsoft. Je kent misschien ook iCloud van Apple of andere programma’s zoals Dropbox.
Klik nu op het plaatjes van Drive om deze cloud te openen.
In het menu aan de linkerkant zie je onder andere ‘Mijn Drive’ staan. Daar kan je bestandjes en mappen maken die van jezelf zijn. Onder de knop ‘Gedeeld met mij’ zie je mappen en bestandjes van andere mensen die dit met jou delen.
Als je wilt weten hoe je zelf bestanden en mappen kunt maken op je Google Drive kijk je naar de handleiding Google: bestanden bewaren, delen en bewerken op Google Drive.